zondag 11 december 2016

Lerarenregister: de cijfers. Voor wie er waarde aan hecht...

Naast de vele voorstanders van het Lerarenregisters, zijn er ook tegenstanders. Maar om hoeveel mensen gaat het dan? 

Als Ambassadeur bij de Onderwijscoöperatie bezoek ik leraren, teams, directies en besturen. Ik kom dan vertellen hoe het zit met het wetsvoorstel waarin het beroep van leraar verankert wordt in de wet, hoe de benodigde ruimte voor professionalisering wordt geregeld en dat daar het Lerarenregister uit voortkomt.

Nogmaals: niet van bovenaf opgelegd, maar vrijwillig van, voor en door leraren zelf opgezet met steun van de bonden. En iedereen die dat zou willen, is uitgenodigd om aan de tafel te komen zitten om mee te kunnen denken over de inrichting en de uitvoering. En ondanks de open uitnodiging, blijft er een aantal mede-leraren hun energie steken in "tegen zijn". En het lijkt erop dat zij tegen zijn om tegen te zijn. 

Ik zou zeggen: probeer er eens op een andere manier naar te kijken. Wat maakt dat je bezorgd bent en hoe is die bezorgdheid weg te nemen? En vooral: is die bezorgdheid wel terecht? Heb je wel de juiste informatie? Mijn advies: boek een Ambassadeur op jouw school om de huidige stand van zaken uiteen te laten zetten en dan met oplossingen te komen voor de problemen die jij voorziet. 

Vragen en suggesties worden meegenomen en worden gebruikt als input om het Lerarenregister te verbeteren. Van, voor en door!

Maar goed, cijfers. Daar zou ik het over hebben. Er zijn 250.000 leraren waarvan er 188.000 vertegenwoordigd zijn door de vakorganisaties die gezamenlijk aangesloten zijn bij de Onderwijscoöperatie. Voor mij is 75% wel voldoende om te kunnen spreken over een significant deel van de leraren en daarmee wat mij betreft voldoende validiteit om me vertegenwoordigd te voelen. Met mijn lidmaatschap van een vakorganisatie heb ik namelijk een stem, dus die kan ik laten horen.

Maar dat is nog niet voldoende voor anderen. Zij willen graag een tegengeluid laten horen. En dat recht hebben zij. Maar heeft het zin? Je kunt nog zo betrokken zijn, heb je eigenlijk wel invloed? In ieder geval niet door een petitie te starten. Misschien kan het anders.

Sinds 1 juli 2015 kunnen kiesgerechtigden over nieuw aangenomen wetten en verdragen een verzoek indienen tot het houden van een referendum. Een referendum geeft kiezers de mogelijkheid zich voor of tegen een wet uit te spreken. Een vereiste voor de geldigheid van de uitslag is: een opkomst bij het referendum van minimaal 30 procent van het totale aantal kiesgerechtigden.

Ik begin over een referendum omdat het wetsvoorstel op de drempel staat van ruime goedkeuring door de Eerste Kamer. En daarna is het zover: een Lerarenregister. In ontwikkeling, dat nog wel. Maar dat iedere leraar straks geregistreerd moet zijn, dat is duidelijk.

Kun je er dan nog iets tegen doen? Hoeveel mensen zouden zich betrokken voelen om hun stem te laten horen in een referendum over leraren? Zou de 30% überhaupt haalbaar zijn? Laat ik het iets kleiner maken: hoeveel van de 250.000 leraren zouden hun stem laten horen? Nu hebben 20.000 leraren een petitie getekend tegen en hebben daar tegenover 70.000 leraren zich ingeschreven in het vrijwillige register. De overige 160.000 is dus de zwijgende meerderheid. 90.00 van de 250.000, dat is 36%. Mooi, dat is de drempel van 30% genomen.

En dan zit het dus zo: 20.000 tegenover 70.000. Dat is 22% tegenover 78%. Een ruime meerderheid. Voldoende steun en draagvlak dus. Dus dat referendum gaat 'm echt niet worden.

En hoe nu verder dan? Zelf ben ik in het Lerarenregister gerold toen ik besefte dat ik mee kon denken over de totstandkoming. En toen dacht ik: If you can't beat them, join them! 

Dus: wees welkom, doe mee, denk mee, beslis mee!

zondag 20 november 2016

Waarom zou je eigenlijk tegen het Lerarenregister stemmen?

Sinds de actie ' Stopditlerarenregister' in de lucht is, is het al meer dan 20.000 keer getekend. Dat is een knappe prestatie. Maar is het iedereen wel duidelijk waar er dan tegen gestemd wordt? Als makke schapen buitelen de criticasters over elkaar heen om een zogenaamd tegengeluid te laten horen. Maar op basis waarvan?

Laat ik vooraf alvast vraagtekens zetten bij de aantallen. Zijn dit allemaal bewuste tegenstemmers? Gebaseerd op een onderbouwde mening? Ik betwijfel dat. Een substantieel deel van de stemmen bestaat uit niet-leraren en leraren die hun stem hebben uitgebracht zonder te checken of de gestelde punten door Leraren in Actie (LIA)wel correct zijn. En het is ook verdacht stil op Twitter rond het onderwerp. De hashtag is 6 maal gebruikt. Alsof het er helemaal niet is. Zoek 'ns op #lerarenregister of #onderwijs2032 en je hebt een veel beter beeld van wat er leeft.

En waarom schuift LIA niet actief aan bij de Onderwijscoöperatie? Stop je energie in zaken die het Register vooruit helpen. De uitgangspunten zijn beroepseer, beroepsontwikkeling en beroepsbekwaamheid. Daar wil LIA toch ook aan werken zeker? Een beetje populistisch vanaf de zijlijn schreeuwen en alleen maar overal tegenaan schoppen, dat is niet zo moeilijk. Je kunt je invloed ook op een andere manier aanwenden.

Ik ben lid van TheCrowd, een kleine groep van docenten die zelf hun eigen professionalisering vorm geeft. Via het geassocieerden-overleg kan ik deelnemen aan de Onderwijscoöperatie. Ik maak daar gebruik van. Ook via de NVON, mijn vakvereniging, kan ik mijn invloed uitoefenen. Elk vakbondslid kan zich bij de Onderwijscoöperatie melden om een bijdrage te leveren.

Sinds dit schooljaar ben ik Ambassadeur bij de Onderwijscoöperatie (let op de hoofdletters!). Een heel bewuste keuze waar ik vooraf wel lang over na heb moeten denken. Waar word ik dan ambassadeur van? Wat ga ik vertegenwoordigen? Ik heb me jaren geleden ingeschreven in het Register omdat me dit wel makkelijk leek om alvast gedaan te hebben. Daarna ben ik me pas gaan inlezen op het Register. Toen heb ik besloten ingeschreven te blijven. Had ik anders besloten, dan had ik mijn inschrijving ongedaan kunnen maken. En dat is een heel groot verschil met de petitie van LIA. Want spijtoptanten kunnen hun stem niet ongedaan maken wanneer zij op basis van de werkelijke feiten hun stem willen intrekken.

Heb ik dan de overtuiging dat dit laatste zou gaan gebeuren? Jazeker! De punten die in de petitie genoemd zijn, zijn goed te weerleggen en soms zelfs onjuist. Want wat wordt er nu eigenlijk geclaimd door LIA? Hieronder een opsomming van de 7 punten. Erachter hoe het écht zit.

LIA is tegen DIT lerarenregister omdat:


  • dit register van bovenaf wordt opgelegd en niet wordt georganiseerd en ingericht door de beroepsgroep zelf. →Het register is vrijwillig gestart door de vijf grootste vakorganisaties. De kaders zijn gesteld door leraren. Straks met het wettelijk register is het de deelnemersvergadering (alle geregistreerde leraren) dat de besluiten neemt.
  • het leraren verplicht formulieren in te vullen en reflectieverslagen te schrijven, terwijl die tijd beter kan worden besteed aan het voorbereiden van goede lessen. →de criteria worden nu bepaald door leraren door middel van online brainstormsessies en ontwerpsessies. De criteria om geregistreerd te blijven, de activiteiten die geregistreerd kunnen worden en de wijze waarop moeten dus nog allemaal vastgesteld worden. De de leraren zelf, dus.
  • leraren in dit register niet autonoom zijn in de keuze van hun professionalisering. →Pertinent onjuist. Het is juist vastgelegd in het wetsvoorstel dat de leraar de de werkgever in staat gesteld moet worden om zich te kunnen herregistreren. Je mag dat dus zélf bepalen hoe en wat. 
  • er veel onderwijsgeld gaat naar derden, terwijl dit geld beter kan worden besteed aan het primaire proces: kleinere klassen en minder lesuren. → Het is niet duidelijk wat hier bedoeld wordt. Ik lees nergens een onderbouwing. Wat is veel? En van hoeveel is dat veel dan veel?
  • het geen enkele oplossing biedt voor de huidige problemen in het onderwijs, zoals het tekort aan bevoegde leraren. →Als leraren zich moeten registreren maar dat niet kunnen, dan wordt dit pijnlijk duidelijk door het register. En dat maakt de urgentie om het probleem aan te pakken alleen maar groter. Het register helpt op de langere termijn dus het lerarentekort in te dammen.
  • er geen goed onderzoek is gedaan naar het draagvlak onder leraren zelf. →Waarnaar dan? Gaat het hier over het register? Maar het register wordt niet als los register opgezet om maar een register te hebben. Door het beroep van leraar te verankeren in de wet zal de leraar aan bepaalde criteria moeten voldoen om zich leraar te mogen (blijven) noemen. Hij zal zijn bekwaamheid moeten gaan bijhouden en een manier om dat te doen is het register. Er worden maar liefst 188.000 leraren  vertegenwoordigd door de vakorganisaties die in de Onderwijscoöperatie zitting hebben. 
  • we de voor dit register benodigde middelen beter kunnen inzetten voor wat leraren nu nodig hebben: autonomie om met elkaar de eigen professionalisering te regelen en meer tijd om goede lessen voor te bereiden (minder lessen aan kleinere klassen). → Het wetsvoorstel borgt juist de zeggenschap en de professionele ruimte voor leraren. De autonomie wordt juist wettelijk vastgelegd. Wat wil je nog meer?
Kortom: op alle fronten gaan de gestelde punten van LIA mank. Het rammelt. 

Wil je weten hoe het nu allemaal écht zit en wil je je baseren op feiten? Lees dan het volledige wetsvoorstel op de site van de eerste kamer.

En mijn beste advies: schrijf je gewoon vast in bij het vrijwillige register, je mag je eerder geregistreerde activiteiten meenemen naar het verplichte register. Je hebt dus echt een streepje voor aan het begin.
En, oh ja, boek een Ambassadeur voor een voorlichting op jouw school. Dan word je neutraal voorgelicht en is er ruimte voor debat. Vragen uit het veld worden meegenomen. 

Van, voor en door de leraar!




zaterdag 1 februari 2014

Crowd Eventdag in Huizen

Even na negenen reed ik de parkeerplaats op van het machtig mooie terrein van Mytylschool de Trappenberg in het schone Crailo (Huizen). Collega Khalid in het spoor.

De school van Bob Munniksma had de deuren opengesteld voor de Eventdag van The Crowd. Patrick Vaanhold ontving alle deelnemers in de ruime aula en onder het genot van een kopje koffie of thee werd ook de verjaardagstaart aangesneden. The Crowd bestond op de kop af 2 jaar. Een heugelijk moment. Gelukkig vastgelegd. Want er was bezoek van Leraar24 die sfeerbeelden maakte voor een stuk op hun site.

De dag bestond uit een viertal workshops waarvan er twee te bezoeken waren. Terwijl voor de één de ochtend begon met "Digitaal Toetsen", begon deze voor mij met "Meervoudige Intelligentie" door Liesbeth Breek. Nooit geweten dat er maar liefst acht verschillende intelligenties zijn: verbaal-linguïstisch, logisch-mathematisch, visueel-ruimtelijk, muzikaal-ritmisch, naturalistisch, lichamelijk-kinesthetisch, intrapersoonlijk en interpersoonlijk. En bij elke intelligentie hoort een specifieke didactische structuur met een daarbij behorende aanpak. En om deze vorm te geven zijn er vele tools en apps te gebruiken. Met en zonder devices, in of buiten de les, alleen of in groepjes, et cetera, et cetera.
Wil je wat meer weten over meervoudige intelligentie? Dan zijn de boeken Framing the Mind van Howard Gardner en Making Things Visible van Richhart, Church & Morrison de regelrechte aanraders.

Na wat uitloop (zo geengageerd was de groep) begon een gezellige lunch. En ook dan is het nut van The Crowd weer merkbaar: uitwisselen van ideeën, gedachten, vragen en ervaringen. Dit soort bijeenkomsten is een groot goed. Betrokken onderwijsmensen met hart voor het vak  die elk op hun eigen wijze de regie nemen over hun eigen professionalisering. Top!

's Middags deelde de groep zich weer in tweeën. Het ene deel ging naar "Rubrics" en de middagsessie was voor mij een workshop "Kleppen Dicht" door Michel van Ast. We bespraken in een forse groep activerende werkvormen waarbij technologie een toegevoegde waarde biedt. We maakten kennis met verschillende manieren van de inzet van technologie waarmee het gemakkelijker wordt om aan te sluiten bij de individuele behoefte van leerlingen. Er werden verschillen en overeenkomsten gevonden tussen gelijkende tools en met weer meer bagage dan dat ik gekomen was, kon ik tevreden naar huis.

De borrel die er na afloop was, heb ik helaas moeten laten schieten omdat ik nog een andere afspraak had. Dat maak ik zeker weer 'ns goed. Want de meerwaarde die The Crowd mij brengt, laat mij uitzien naar de volgende bijeenkomsten!

donderdag 12 december 2013

Digitaal en effectief leren

TheCrowd.nl had weer een bijeenkomst. Dit keer een workshop met als werktitel "Digitaal En Effectief Leren". Het was een follow-up van een eerdere bijeenkomst met dezelfde titel in Almere. Dat was een dusdanig goede avond geweest dat het op het Mondriaan in Oss nog 'ns dunnetjes werd overgedaan.

Met 18 mensen van divers pluimage en uit diverse regio's begonnen we de sessie. Na een korte kennismaking met een onbekende werd iedereen binnen de groep voorgesteld. Wel een leuke energizer. Goed luisteren, want je moet het verhaal later plenair terug laten horen. En al die verhalen geven dan direct een heel ander beeld van de eerst nog onbekende mensen.
Zo had ik nooit gedacht een man als Baltus te ontmoeten. Hij was voor hij in het onderwijs aan de slag ging als docent natuurkunde, stuurman op de grote vaart geweest. En dat is precies wat ik ook gedaan heb! Dan is er ineens een heleboel extra stof om over te praten.

Maar terug naar #digitaaleffectief. Doel van de avond was het maken van een les(senserie) die je ook daadwerkelijk zou gaan uitvoeren, ondersteund door digitale middelen. Eerst met een paar mensen die veel raakvlakken met elkaar hadden, dan opsplitsen zodat iedereen weer in nieuwe groepen zat en zo alle kennis gedeeld werd. Tenslotte werden plenair de kroonjuweeltjes uit elke groep gepresenteerd.

Samen met Baltus (natuurkunde aan het Spinoza in Amsterdam) en Anne Marie (nask1/nask2/techniek aan het Mondriaan in Oss) gingen we aan de slag. We gingen op zoek naar een manier om leerlingen een les aan te bieden die ze geheel in de cloud konden gaan volgen. Het moest dus device-onafhankelijk zijn. Dan kom je al snel op iets dat werkt via een browser en dan het liefst in HTML5 omdat bijvoorbeeld een flashanimatie niet onder iOS werkt en slechts deels onder Android. Uiteindelijk kozen we voor een HTML5 -website.

In een website kun je een eigen menustructuur aanbrengen en binnen de website zijn allerlei mogelijke verwijzingen naar opdrachten, foto's, video's, apps, et cetera onder te brengen. Met een paar muisklikken is het uiterlijk aan te passen en met een websitebuilder zoals Weebly rollen er sites uit die ook direct op een smartphone bekeken kunnen worden. Er werden ook andere opties bekeken maar wanneer je eigenaar wilt zijn én blijven van je eigen werk, dan is de schoolserver, het leerlingvolgsysteem of een Wikiwijs-opslag niet de beste optie.

Het idee van een site was er snel, maar hoe de site nu te vullen? Als je dan drie ICT-geinteresseerde betadocenten bij elkaar zet, dan gaan ze wel los! Flipping the Classroom-filmpjes van collega's in den lande, Ted, Phet, sites van andere scholen, Prowise Presenter, Symbaloo, SMART Notebook, Yenka, van alles kwam er langs.
Als eindproduct hadden we een website draaiend met daarin eerst een interactief woordweb (dat leerlingen via ProConnect van Prowise op hun device konden vullen) en gingen vervolgens verder naar een filmpje. Vanwege tijdgberek kwamen we niet verder maar het begin was er in ieder geval.

Wat steek je nou op van zo een avond? Ik zie mezelf als een digitaal goed onderlegde docent die 'on the fly' allerhande zaken in de lessen binnenbrengt en goed op de hoogte is van wat er zoal rondwaart op het internet. Dan is natuurlijk het delen van de laatste nieuwe apps op iOS en Android altijd een verrijking. Evenals het uitbreiden en onderhouden van het onderwijsnetwerk ook altijd een opbrengst is. Het is dan fijn te kunnen delen met anderen. En die anderen hebben ook weer een hoop te delen. En juist daarvan steek je zo een hoop op.

Concreet waren er 2 dingen die me echt weer een stapje verder brachten:
- Het besef dat elke onderwijsvernieuwing van iedere docent weer een startende docent maakt (en je dus constant moet investeren in je eigen professionele ontwikkeling)
- Dat digitaal lesgeven vele malen effectiever is wanneer je het denken leerlingen in beeld weet te krijgen. Interactief werken is dan noodzakelijk.

Ik kijk terug op een inhoudelijke goede en netjes verzorgde avond.

zaterdag 23 november 2013

Eerst de dingen doen die je leuk vindt

Een te hoge werkdruk heb ik nog nooit mogen ervaren. Eerder een te lage. Het was de bedrijfsarts die mij kennis liet maken met de wereld van de bore-out. Maar daar kan altijd nog een keertje over geblogd worden.

Wellicht komt het niet ervaren van een te hoge werkdruk van vroeger. Ik kom uit een zeevaartfamilie. Dan leer je om te werken tot het werk klaar is en niet om het gereedschap uit je handen te laten vallen omdat het toevallig vijf uur is. En dat doorwerken hoort er gewoon bij. Maar als het werk een keer eerder gedaan was, dan werd er ook niet geschroomd om 'schoot-aan' te roepen. Dan was het werk gedaan en was het tijd voor een hapje en een drankje voor iedereen onder de pomp ging om schoon en wel aan de dis te verschijnen.

De afgelopen twee weken moest ik sterk terugdenken aan die tijd. Die van 'kop houden, niet zeuren'. Want het was me wel een periode: excursie Rotterdam, Visual Notes bij The Crowd, voortgangsvergaderingen bovenbouw, een techniekbrede docentendag, First Lego League bijeenkomsten en coachmeeting, oudermiddagen, ouderavonden, plenaire vergadering, ontdekkingstochten groep 8 en tenslotte nog een onderbouwfeest.

Daarnaast mocht ik nog als vrijwilligger helpen in het wijkhuis, zoonlief deed zijn vormsel en bezocht wat scholen voor voortgezet onderwijs, dochterlief vierde haar verjaardag en mijn vader werd 80.
Tenslotte stonden er de gebruikelijke zaken in de agenda zoals de trainingen van de kinderen, de wedstrijden en de eigen sporten. En, oh ja, tussendoor moest er ook les gegeven worden en voor en nawerk gedaan worden.

Maar erover klagen? Nee, dat dan weer niet. Wel erover praten met het thuisfront of collega's waar je een goed contact mee hebt. Beetje spiegelen en sparren. Het voelde als een paar drukke weken waarin voor andere dingen minder of geen tijd was of genomen werd. Die laat je dan schieten en komen op een ander moment wel weer aan de beurt. Als het net wat rustiger is. En uiteindelijk komt het werk toch allemaal af. Niet lullen maar poetsen!

Toch hoor ik regelmatig verhalen over teveel werk in te korte tijd. Hoe kan dat dan? Waar komt dat vandaan?
Heerlijk veel energie krijg ik van lesgeven en de interactie met de klassen. Of van het teruggeven van cijfers als ze goed gewerkt hebben . Of van de verhalen die ze hebben als ze na het weekend weer op school komen. Dat is voor mij voldoende om de batterij weer op te laden.

En hoe zat dat ook weer met batterijen opladen? Die moesten eerst ver leeg voor ze weer aan de lader gingen. Want anders worden de batterijen lui en zijn ze veel eerder leeg dan de bedoeling is. Zou dat het zijn? Dat sommige batterijen helemaal nog niet zover leeg zijn dat ze alweer opgeladen zouden moeten worden? Als ik op vrijdagmiddag door de school loop en er na drie uur nog één à twee handjes collega's in de school rondlopen en de rest alweer aan de lader ligt, dan geeft dat te denken.

Ik voel me echt geen uitzondering, maar het verbaast me keer op keer als me gevraagd wordt waar ik de tijd vandaan haal om het werk gerond te krijgen. En dan kijk ik rond mij heen en zie ik genoeg collega's aan wij ik die vraag ook zou kunnen stellen. En als ik dan goed kijk, dan zie ik dat zij hetzelfde doen als ik: eerst de dingen die je leuk vindt en daar energie uithalen en dan (of tussendoor) de minder leuke dingen (daarom ben ik nu aan het bloggen en bereid ik de workshop voor morgen straks pas voor) . Maar die neem je dan voor lief.

woensdag 6 november 2013

Visual Notes

Op zaterdag 2 november werd er vanaf 10 uur een activiteit door The Crowd georganiseerd. Deze dag stond in het teken van Visual Notes en werd geleid door Kim Ravers. Kim is visueel schrijver en auteur van het boek Visual Notes.

Alle deelnemers (waaronder collega Khalid en ik) werden zeer gastvrij ontvangen bij het Montessori College te Arnhem (Annebel en Berni bedankt!)

Na een kopje koffie of thee en een korte kennismaking met de andere deelnemers, werden we door Kim bijgepraat over het belang van beelden bij tekst en de voordelen van het zoveel mogelijk omzetten van tekst naar beeld.

Na de theoretische inleiding was het tijd om aan de slag te gaan met papier en stiften. Meerdere mensen zouden aan het eind van de dag zeggen dat ze in jaren niet zoveel en zolang achter elkaar getekend hadden. Maar dat het naar meer smaakte, daar was iedereen het over eens!

De eerste opdracht was het tekenen van draadpoppetjes en enkele varianten daarop. We oefenden ook het tekenen van emoties door de houding van de poppetjes te veranderen. Later kwamen er pijlen, kaders en letters bij. Ook daarin zijn de mogelijkheden eindeloos. Met nog veel oefenen in het tekenen van tastbare en minder tastbare zaken (denk aan woorden als: concretiseren, kerngebieden en werkgroep) werd het tijd voor een welverdiende pauze.

Er werd ons een lekkere lunch geserveerd en er was tijd om te netwerken. Wat een meerwaarde geeft het contact met collega's aan zo'n dag!

In de middag werd verder gewerkt aan een eerste echte Visual Note: visueel schrijven avant la lettre. Ofwel: maak je verhaal op een A3 duidelijk met zo simpel mogelijke tekeningen en zo weinig mogelijk tekst. Ja, Visual Notes is ook de kunst van het weglaten.
Terwijl we allemaal dachten het moeilijkste te hebben gehad, werden we weer aan het werk gezet om een presentatie te geven en deze live te ondersteunen met tekeningen op het whiteboard. Dit was voor de meeste deelnemers wel de grootste uitdaging van de dag.

Omdat de klok langzaam naar vijf uur kroop werd het tijd om af te gaan sluiten. En dat deden we met tekenestafette die tot veel hilariteit leidde. En alle deelnemers de ontspanning bracht die na een lange dag van noeste tekenarbeid wel nodig was!

Het was een inspannende dag. Ik heb er veel van opgestoken. Ik heb geleerd dat iedereen kan tekenen en dat je met de juiste technieken ook een andere wat duidelijk kan maken. Met behulp van vorm en kleur kun je op een heldere manier informatie overbrengen. Ik heb ook geleerd dat ik Visual Notes al onbewust toepas  in de les en dat ik nu nieuwe handvatten heb om mijn tekeningen duidelijker te maken.

Waarom schrijf ik dit eigenlijk? Kan dit niet veel duidelijker in een Visual Note? Want dat was toch uiteindelijk wat we deze dag kwamen doen? Mede-Crowdlid (en begenadigd tekenaar) Michel van Ast sloeg de spijker op de kop met zijn visualisatie van deze inspirerende studiedag. Oordeel zelf:


Zijn complete verslag is te vinden op: sfy.co/fUtb

maandag 4 november 2013

In The Crowd!

Al een tijdje was ik volger van The Crowd (www.thecrowd.nl). Maar na de edcampNL van 5 oktober ben ik ervan overtuigd geraakt dat het voor mij meerwaarde zou hebben als ik ook deelnemer zou zijn. Het enige waar ik tegenop zag waren de kosten van het lidmaatschap. Toch €250,- die even uit de geldboom geschud moesten worden.

Misschien kon school het betalen? In de CAO-VO is er tenslotte een scholingsbudget van €500,- per jaar beschikbaar. En wanneer er sprake zou zijn van een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) dan zou de eigen professionalisering ook ter sprake moeten komen. Maar zover is het bij ons (nog) niet. Dus de stoute schoenen maar aangetrokken en rechtstreeks een aanvraag gedaan voor budget voor The Crowd.
Tot in de top van de (zelfs bovenschoolse) schoolorganisatie is de aanvraag besproken en uiteindelijk kwam er goed nieuws: ik mocht deel gaan nemen aan The Crowd!

Vanaf nu kan ik gaan werken aan mijn eigen professionalisering en nu op mijn manier.
Begrijp me niet verkeerd, op mijn school is voldoende ruimte voor scholingsaanvragen. Maar die worden niet altijd gehonoreerd. Dat heeft verschillende redenen: te duur, te veel tijd,  het schoolbelang is niet direct zichtbaar.

Deelnemen aan The Crowd neemt alle bezwaren weg. Oké, €250,- is niet niks, maar staat in geen verhouding wanneer individueel op deze verschillende activiteiten wordt ingeschreven. Deelnemen aan The Crowd levert ook minder lesuitval op omdat veel activiteiten in de avond of het weekend worden georganiseerd. De lessen die normaliter verloren gingen, kunnen nu weer aan onderwijs ten goede komen.
En het belangrijkst: docenten die gemotiveerd zijn om aan activiteiten mee te doen om hun kennis en kunde op velerlei gebied te vergroten en te delen, zijn altijd bezig in het schoolbelang. Dat moet je koesteren.

Mijn schoolleiding heeft dat ook ingezien. In navolging van vele andere scholen en een voorbeeld voor weer andere scholen: geef de docent de ruimte om in zichzelf te investeren door via The Crowd vorm te geven aan zijn eigen professionalisering.
En misschien zijn er wel eens vraagtekens of een bepaalde activiteit nu echt direct bijdraagt aan de professionalisering van een bepaalde individuele docent. Maar er is slechts één iemand die dat kan én mag uitmaken en dat is de docent in kwestie zelf!

Mij bracht The Crowd in een paar dagen tijd een netwerk van meer dan 130 andere onderwijsmensen, een prachtige workshop Visual Notes door Kim Ravers en dan heb ik in december ook nog mijn eerste Crowdborrel in het verschiet. Samen met andere professionals bomen over onderwijs. Ervaringen delen, tips krijgen, leren van anderen. En dat alles in wederkerigheid.

Hoe prachtig kan het zijn om vorm te geven aan je eigen professionalisering!