zaterdag 23 november 2013

Eerst de dingen doen die je leuk vindt

Een te hoge werkdruk heb ik nog nooit mogen ervaren. Eerder een te lage. Het was de bedrijfsarts die mij kennis liet maken met de wereld van de bore-out. Maar daar kan altijd nog een keertje over geblogd worden.

Wellicht komt het niet ervaren van een te hoge werkdruk van vroeger. Ik kom uit een zeevaartfamilie. Dan leer je om te werken tot het werk klaar is en niet om het gereedschap uit je handen te laten vallen omdat het toevallig vijf uur is. En dat doorwerken hoort er gewoon bij. Maar als het werk een keer eerder gedaan was, dan werd er ook niet geschroomd om 'schoot-aan' te roepen. Dan was het werk gedaan en was het tijd voor een hapje en een drankje voor iedereen onder de pomp ging om schoon en wel aan de dis te verschijnen.

De afgelopen twee weken moest ik sterk terugdenken aan die tijd. Die van 'kop houden, niet zeuren'. Want het was me wel een periode: excursie Rotterdam, Visual Notes bij The Crowd, voortgangsvergaderingen bovenbouw, een techniekbrede docentendag, First Lego League bijeenkomsten en coachmeeting, oudermiddagen, ouderavonden, plenaire vergadering, ontdekkingstochten groep 8 en tenslotte nog een onderbouwfeest.

Daarnaast mocht ik nog als vrijwilligger helpen in het wijkhuis, zoonlief deed zijn vormsel en bezocht wat scholen voor voortgezet onderwijs, dochterlief vierde haar verjaardag en mijn vader werd 80.
Tenslotte stonden er de gebruikelijke zaken in de agenda zoals de trainingen van de kinderen, de wedstrijden en de eigen sporten. En, oh ja, tussendoor moest er ook les gegeven worden en voor en nawerk gedaan worden.

Maar erover klagen? Nee, dat dan weer niet. Wel erover praten met het thuisfront of collega's waar je een goed contact mee hebt. Beetje spiegelen en sparren. Het voelde als een paar drukke weken waarin voor andere dingen minder of geen tijd was of genomen werd. Die laat je dan schieten en komen op een ander moment wel weer aan de beurt. Als het net wat rustiger is. En uiteindelijk komt het werk toch allemaal af. Niet lullen maar poetsen!

Toch hoor ik regelmatig verhalen over teveel werk in te korte tijd. Hoe kan dat dan? Waar komt dat vandaan?
Heerlijk veel energie krijg ik van lesgeven en de interactie met de klassen. Of van het teruggeven van cijfers als ze goed gewerkt hebben . Of van de verhalen die ze hebben als ze na het weekend weer op school komen. Dat is voor mij voldoende om de batterij weer op te laden.

En hoe zat dat ook weer met batterijen opladen? Die moesten eerst ver leeg voor ze weer aan de lader gingen. Want anders worden de batterijen lui en zijn ze veel eerder leeg dan de bedoeling is. Zou dat het zijn? Dat sommige batterijen helemaal nog niet zover leeg zijn dat ze alweer opgeladen zouden moeten worden? Als ik op vrijdagmiddag door de school loop en er na drie uur nog één à twee handjes collega's in de school rondlopen en de rest alweer aan de lader ligt, dan geeft dat te denken.

Ik voel me echt geen uitzondering, maar het verbaast me keer op keer als me gevraagd wordt waar ik de tijd vandaan haal om het werk gerond te krijgen. En dan kijk ik rond mij heen en zie ik genoeg collega's aan wij ik die vraag ook zou kunnen stellen. En als ik dan goed kijk, dan zie ik dat zij hetzelfde doen als ik: eerst de dingen die je leuk vindt en daar energie uithalen en dan (of tussendoor) de minder leuke dingen (daarom ben ik nu aan het bloggen en bereid ik de workshop voor morgen straks pas voor) . Maar die neem je dan voor lief.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten